Amal Karam

Herdersfluit

Elk begin sluit een deur achter zich.
Elk einde laat spannend op zich wachten.
Niets is zwart op wit geblokt.
Er is veel stilte aan de randen hier
en in stilte,
zit er meer in(zicht) en schoonheid dan in woorden.

Hier woonden de stemmen.
Nu de stemmen weg zijn,
daalt uit de toren
een deken van hun echo’s.

Op een slot gist een gedicht
op mijn hart een slot.

Een zacht briesje bespeelt mijn hart:
een riet waar de liefde gaten in gegraveerd heeft.
Zodra een sprookje z(waait),
bespeelt het
het heimwee voor liefde weer in mijn hart,
als een herdersfluit.
Ach, vliegende hart,
met het vastberaden verlangen van een vlinder
naar het licht van een kaars.
Oh liefde..
Ik ga mijn vingers voor je branden
zodat je de weg naar mij kunt vinden.

Mijn Assepoester gaat vannacht niet slapen
niet alleen om door te werken
maar om te dansen, stap…stap
afstemmend op de melodie
van het ademen van een herdersfluit.

Dit kasteel is me te mooi, te geheimzinnig en te groot.
Terug ga ik wonen in mijn ballingschap
van woorden en herinneringen,
mijn zintuigen vol schoonheid
als dag-voedsel meenemend.