Gita Hacham
Gestolen kus
Hoeveel gestolen kussen
Zijn er
In deze verlaten kamers
Gegeven
Gevonden
Achtergelaten?
In rondjes
Draai
Ik
Cirkelend Rondom
Muider-
Kring
Kringetjes
Makend
In sloot
En
Tuin
De tuin van
Eden
Waar lippen
Tanden
Tongen
Het vlees
Likten
Proefden
Be-smaakten
Van de appel,
Roddelende tongen beweren
Dat het zelfs
Een pruim
Was
Glanzend
Purperrood
Schil
Gespannen
Met inkeping
Midden in
Vruchtvlees
Vol sappen
Druipend
Langs kin
Hals en
Borst
Verleidend
Fluisterend
In
Oor
Zo dichtbij zo dichtbij
Mijn lief.
Omringd in Ridderzaal
Door suiker
Zoet
Druif tot
Wijn geworden, niemand hier
Is nog maagd
Glazen in gouden lijsten
Omgevallen in opwelling
Hartstocht of
Een snel jaloers
Gebaar
Ik weet het niet
Mijn lief
Al zoek ik haar
In
Koude hoekjes,
Torenkamer
Kleine bed
Ik zoek haar
De
Gestolen
Kus
Op binnenplaats naast
Gouden leeuwen en PC
Hooft van steen
In slaapvertrek met
Gestorven
Kindjes voordat
De verf
Droogde
Op het schilderij
Versieren
IJzeren punten
Elk plafond
In
Elk vertrek
Op Muiderslot
Om
De vliegende vervloekte
Vrouwen te
Weren
Welk heksenvrouw verloor
Haar
Leven
Voor een kus
Willig gegeven
Aan minnaar, die
Weg keek
Na de
Daad
Daar geen gestolen kus
Mijn lief
Ben
Ik
Bang.
In blauwzwart
De nacht
Keer ik straks terug
Als een dief
Hopend haar te
Betrappen
De
Gestolen kus en
Steel ik haar
Terug
Voordat de
Morgenster straalt
Venus
Ineens slaat
Twijfels toe
Zoals zo vaak
In
De liefde
Ik keer daarom nu om, wijl ik
Zweer op blote knieën
Ooit terug te keren
Mijn lief
Toch vraag ik je
Waarde
Lezer
Als je haar vindt
De gestolen kus
Breng haar dan
Op
Zachte
Pantoffels van zijde
Fluwelen
Vleugels
Naar mij toe
In
Een
Droomgezicht
En plaats haar
De gestolen kus
Teder
Op
Mijn
Mond
Mijn lief, mijn lief, mijn lief