Hagar Peeters

1 Mujr / 2 Ridderzaal / 3 Vandaag 28 juni / 4 Mujr 2

1 Mujr

 

Hij woonde op zijn Philosoophs

binnen de mujr

van dit Hujs

te Mujden.

 

Er kwamen van heinde en ver

geestrijke lujden:

geestverwanten

triomfanten

lanterfanten

zangeressen

dichters en componisten;

zijn trawanten.

 

Binnen de wanden

die zo koud en hoog

stonden dat hij

alleen sufte er zijn

sufferij op ’t eensaem

hujs te Mujden

 

maar niet langer onder zijn verwanten

die hem verwarmden

was hij eenzaam omringd

door deze muur.

 

 

2 Ridderzaal

 

 

Hier trok ik ooit

een harnas aan

Hier reeg ik aan

mijn lans de waan

Hier vocht ik

om mijn voortbestaan

En praatte ik

in stalen taal

Hier midden in

de Ridderzaal

 

Hier maakte ik

een hoop kabaal

Hier woog ik oren

op een gouden schaal

Hier stootte ik door

zonder gedraal

Hier vond ik steeds

mijn Geile Graal

Hier midden in

de Ridderzaal

 

Een tafel staat

daar opgesteld

Een dichter werd er-

voor besteld

Zij schrijft hier nu

haar nieuw verhaal;

al in die oude Ridderzaal.

 

3 Vandaag 28 juni

 

is hier Floris V vermoord

eeuwen gelee

op dit vandaag

der 28sten juni

is ie gesneefd

der Kerlen God

 

zoals bijna 50 jaar geleden

in Chili Allende;

 

alle keerlen goden

worden overal vermoord,

altijd.

Wie wil goeddoen aan ’t volk

wordt van hogerhand verstoken

en uit hebzucht gedood.

 

Alle Keerlen Goden

worden altijd

overal

vermoord.

 

 

 

4 Mujr 2

 

Pieter Corneliszoon Hooft

Zoon van Cornelis Pieterszooon Hooft

Slotvoogd van het Muiderslot

Van ‘t Muiderslot de Voogd

Baljuw van Naarden en Gooiland

Drost van Muiden

Van het Hujs te Mujden kastelejn

Hoofd-officier van de stad Weesp

Van Weesperkarspel

En Hoog-Bijlmer

En kolonel der schutterij;

 

‘t Enige wat bleef

Is deze muur van steen.