Roemer

Mooie glazen hè? Tijdens feestelijke gelegenheden dronken ze in de 17e eeuw op het Muiderslot uit dit soort glazen: roemers worden ze genoemd. Je herkent ze aan de bolle kelk en dikke stam met noppen. Gasten dronken gezamenlijk uit één glas. Doordat er veel met de handen werd gegeten waren deze vaak glad en vettig. De noppen op de stam zorgen gelukkig voor meer grip.

Hoe werden roemers gemaakt?

Tot begin achttiende eeuw werden de meeste roemers in Duitsland gemaakt van bosglas (soms ook waldglas of woudglas genoemd). Bosglas is een soort glas dat bestaat uit zand en potas (pot-as, een zoutmengsel dat je krijgt door hout te verbranden en de as in water op te lossen). De groene kleur van het glas komt door het soort hout dat gebruikt is voor de potas. De noppen worden apart op de stam aangebracht door gesmolten glas te druppelen. Met behulp van een houten of keramieken stempel wordt het motief (versiering) erin gedrukt.

Doorloper

De kelk van deze roemer loopt door in de stam. Daarom worden dit soort roemers ook wel doorlopers genoemd. De voet is ook kenmerkend voor doorlopers: deze is gemaakt van spiraal gedraaid glasdraad (glas dat tot dunne lange draden wordt getrokken). Dit type roemer wordt aan het begin van de 17e eeuw ontwikkeld en is een populair pronkstuk op stillevens (een schilderij waarop alleen objecten zijn afgebeeld, zoals bloemen en fruit).

Bekijk meer topstukken

Roemer