Vissertje

Het middeleeuwse stadje Muiden floreerde onder de succesvolle visvangst op de Zuiderzee. Zoutwatervissen vonden vanwege de hogere prijs vooral aftrek bij de adel en andere vermogende lieden van de maatschappij terwijl zoetwatervissen hun weg vonden naar de stoofpotten van boeren en burgers. De hogere prijs van zeevis is de verklaren door de hogere arbeidsintensiviteit en de noodzaak om te beschikken over een zeewaardige vissersboot met bekwame bemanning. Snoekbaars en zalm daarentegen, kon door jan en alleman met net en hengel uit de rivier getrokken worden.

Haring vormt echter een uitzondering op deze regel. Haring hield zich in grote getalen op in de Zuiderzee en was daarom zeer goedkoop. De vis was vooral geliefd bij gewone burgers en boeren vanwege de zeer lage prijs. De adel moest vanwege deze platvloerse reputatie van haring maar weinig hebben en zag het voornamelijk als een vis voor de armen en het gepeupel. Dit zou een van de redenen kunnen zijn waarom gerechten en recepten met haring maar weinig voorkomen in latere kookboeken; de vis werd bestempeld als te gewoon, ordinair en te doorsnee.

Ondanks de lage status die haring genoot bij de rijken was deze zoals gezegd enorm populair bij de gewone man. De vis werd zoveel gevangen en verkocht dat men in de 17de eeuw al kon spreken van overbevissing.

Ook P.C. Hooft, schreef in zijn Nederlandsche Historiën over de hysterie rondom haring die ontstond bij het ontzet van Leiden in 1574. Hij vertelt hoe de hongerige Leidenaren elkaar dood drukten om wat haring en wit brood te bemachtigen dat door de watergeuzen tijdens het ontzet werd aangeboden. 

Dat vis ook in de tijd van Hooft populair en geliefd was blijkt wel uit het feit dat hij in 1630 ter ere van een bezoek van stadhouder Frederik Hendrik een heus visbanket liet organiseren op het Muiderslot. Uiteindelijk wijzigde de stadhouder zijn plannen en bleef zijn bezoek uit. Hooft bleef zitten met tonnen vol rottende vis.          

Van handelende Romeinen tot aan de toeristische trekvaart. Het water van de Zuiderzee en de Vecht was cruciaal voor een bloeiende handel- en transportgeschiedenis rondom het Muiderslot. Zo ken je vast het gezegde ‘voor Pampus liggen’, maar waar komt dit precies vandaan? Kunsthistoricus en kenner van de Vechtstreek Juliette Jonker navigeert ons door het handel- en transportverleden. Ze vertelt over de cruciale rol van de rivier de Vecht, die als een rode draad door de geschiedenis van dit gebied stroomt. Ook vervolgt Roos de suptour met Dido, dit keer staat het ooit zo gewone alternatief voor drinkwater centraal: bier! Beluister de podcastaflevering hier of klik op de playknop hieronder.

Bekijk meer topstukken

Vissertje