Home » Archief » Recept harder

Gedurende de middeleeuwen floreerde de welvaart in het kleine stadje Muiden mede dankzij de succesvolle visserij. Elke morgen voeren de vissers uit op de Zuiderzee (het tegenwoordige IJselmeer) om hun netten te vullen met al het lekkers wat het water te bieden had. Snoeken, karpers, brasem en harders stonden dagelijks op het menu van hoge heren en gewone burgers.

Vooral de zoetwatervissen zoals snoek en karper waren voor de minder koopkrachtige burgers van Muiden prima te betalen. Dit in tegenstelling tot de zoutwatervissen zoals haring, harder, roodbaars en ansjovis. Deze vissen werden beschouwd als een dure delicatesse. Ze waren in de middeleeuwen enkel beschikbaar voor de adel, hoge heren en de graaf.

De vloek van Muiden

Ondanks de succesvolle visserij bleef Muiden klein, terwijl Amsterdam en Utrecht in de loop der jaren uitgroeiden tot invloedrijke, economische grootmachten. Volgens de gelovige bevolking van Muiden in de middeleeuwen was dit de schuld van een vloek die het vissersstadje had getroffen omdat de Muidervissers een meermin zouden hebben gevangen. Omdat zij haar daarbij hadden gekrenkt en vernederd, rustte er voortaan een vloek op Muiden en zou de welvaart van het vissersstadje nooit meer toenemen: ‘Muden sal Muden bliven, noit en sal Muden becliven.’

visser in muiden met kasteel op de achtergrond

P.C. Hooft ook liefhebber van vis

Ook de 17de -eeuwse kasteelheer Pieter Corneliszoon Hooft was niet vies van een visje. Als drost en baljuw van Muiden en het omringende Gooiland, beschikte Hooft over het jachtrecht en stond het hem dus vrij om binnen de grenzen van zijn baljuwschap zoveel vis te vangen als hij zelf wilde. Hier maakte de drost dan ook dankbaar gebruikt van. In september 1630 bereidt Hooft een heus visbanket voor op het Muiderslot omdat Constantijn Huygens hem had geschreven dat prins Frederik Hendrik een bezoek zal brengen aan Muiden. Maar helaas, Frederik Hendrik heeft haast tijdens zijn bezoek, en kiest ervoor om in Weesp te overnachten. Hooft blijft achter met tonnen vol rottende vis.

Zin in wat extra groenten bij je heerlijke Harder? In “Het kookboek voor de onstuimige moestuiner” vindt je de meest smakelijke, gezonde recepten. Het kookboek shop je hier, in onze eigen Muiderslotshop.

Ingrediënten

Haal deze vast in huis.

  • 1 hele harder van ongeveer 1 kilo (vraag uw visboer om deze schoon te maken en te schubben)
  • Ruime bos peterselie, een bosje tijm en een bosje rozemarijn
  • 3 citroenen
  • 1 bol knoflook
  • Olijfolie
  • 2 eetlepels venkelzaad
  • Peper en zout uit de molen
  • 5 laurierbladjes
  • Witte wijn

Het recept

Verwarm de oven voor op 170 graden. Neem een grote ovenschaal en besprenkel deze ruim met olijfolie, grof zeezout en peper. Leg hier ruim laurier, tijm en rozemarijn bovenop.

Leg de gehele vis bovenop de kruiden in de ovenschaal. Besprenkel de vis met peper, zout, olijfolie, het venkelzaad en de rasp en het sap van 1 citroen. Snij 2 citroen in kwarten en leg deze in de ovenschaal erbij. Maak de bol knoflook schoon, leg 1 knoflookteen apart, kneus de rest en verdeel deze over de vis.

Vul ook de buikholte van de vis met peper, zout, kruiden, knoflook en citroen. Doe een flinke scheut witte wijn bij de vis in de ovenschaal.

Rooster de vis voor ongeveer 40 minuten in een voorverwarmde over op 170 graden Celsius. Haal de vis om de tien minuten even uit de oven en schep er royaal de olie en braadsappen overheen. Hak ondertussen de peterselie en overgebleven knoflook grof en meng deze met citroenrasp door elkaar heen in een kommetje. Zet deze apart.

Op de rug van de Harder zit een grote stekelige vin. Als je deze na het roosteren er makkelijk en met weinig weerstand uit kan trekken, is de vis gaar. Zo niet, geef de vis dan nog een paar minuten langer in de oven.

Dien de vis in zijn geheel op op tafel in de ovenschaal. Het vel is er makkelijk af te halen. Nadat je het vel verwijderd hebt, strooi het eerder gemaakte peterseliemengsel over de vis.

Het visvlees kan je zo van de graad scheppen. Eet smakelijk!